highlife review: heat

hunter-complex-heat-highlife-review-october-20134 / 5

Het hoeft niet altijd een onverdeelde vreugde te zijn als de baas van een platenlabel zelf een plaat uitbrengt, maar in het geval van Hunter Complex mag het een geslaagde move heten. Het Amsterdamse label Narrominded grossiert in onbekende noisebandjes en field recordings, maar Lars Meijer maakt er dit keer met Hunter Complex een trip door de tachtiger jaren van. Retro futuristische electro met zacht pulserende beats uit de ritmebox, wollige synthesizertapijtjes en van die gedateerde elektronische drumroffels – het kan niet op. De aalgladde liedjes gaan vergezeld van hijgerige robotstem en fijne melodielijntjes; een perfecte flashback naar een toen dat nooit echt geweest is.

Arjan van Sorge

revolver’s lust for life magazine review: heat

revolver-lust-for-life-review-hunter-complex-heatHeel even – maar ook niet langer dan de eerste paar maten – denk je:  ‘Hee, Ultravox…’ Tot de zang begint, die niets met die van de jaren tachtig Vienna-synthpoppers te maken heeft. Maar het tekent de atmosfeer. Haarlemmer Lars Meijer, de man die achter Hunter Complex schuil gaat, herschept het geluid dat een deel van de popmuziek van pakweg dertig jaar geleden domineerde. Wat natuurlijk alles te maken heeft met de gebruikte apparatuur – de legendarische Yamaha DX7 synth en de Linn-drummachine voorop. Heat zweeft ergens tussen die Engelse synthipop van destijds – maar leunt minder op liedjes – en de Duitse, uit de Krauttraditie voortkomende synthesizerdinosaurussen als Tangerine Dream en Klaus Schulze. Dat het album inmiddels internationaal met lof overladen wordt is wel begrijpelijk. Heat behaagt en is spannend tegelijkertijd. Alsof je in een tobbe stapt waarin badzout in diverse pasteltinten is gestrooid. Rozengeur, misschien net iets té…, maar wel lekker.

Peter Bruyn

interview: noisey

noisey-interview-hunter-complexHunter Complex is een band die bestaat uit Lars Meijer en een hele hoop synthesizers. In 2010 verscheen zijn debuutalbum en in september dit jaar de opvolger Heat. De muziek van Hunter Complex neemt je terug naar de jaren 80, al geeft Lars zelf aan dat zijn muziek allesbehalve retro is. Overigens moet je niet raar opkijken als je over een paar jaar bij de closing credits van de nieuwe cinemaknaller ineens zijn naam voorbij ziet komen, want stiekem zegt hij beter soundtracks te kunnen maken dan Junkie XL.

Noisey: Toen je Hunter Complex begon zei je dat het tijd was dat synthpop en muziek uit de 80-ies weer terug komt. Het is het jaar 2013, waarom?
Lars: Ik mis in de huidige popmuziek een beetje een weemoedig randje, dat had je in de jaren 80 veel meer. Nu heb je al die singer-songwriters die zeuren over hun liefdesleven en over hoe kut ze het hebben, dat vind ik allemaal niet interessant. Ik luister liever naar muziek die me vertelt over iets dat ik niet ken. Muziek moet een ontsnapping zijn.

Wil je de oude new wavers weer een warm gevoel geven?
Daar ben ik echt totaal niet mee bezig. Als je over je doelgroep gaat nadenken kan je beter ophouden met muziek maken. Bovendien gebruik ik alleen een paar synthesizers uit 80’s, de rest maak ik op een computer. Ik sta met beide benen in het nu.

Ik was al bang dat je ging zeggen dat vroeger alles beter was.
Nee, en dat was het gelukkig ook helemaal niet. Nu hebben we bijvoorbeeld internet waardoor je veel makkelijker aan toffe muziek en films kan komen. Ik ben helemaal niet zo retro, maar maak gewoon muziek die ik altijd al heb willen maken en trek me niet veel aan van de trends.

Wat is volgens jou het grootste verschil tussen je debuutalbum en Heat?
Ik zing minder, en de tekst heeft nauwelijks nog betekenis. De vocalen dienen steeds meer als klanken in plaats van dat ze iets betekenen. Mijn volgende plaat ga ik denk ik helemaal instrumentaal doen. En Heat is veel minder synthpop, het is meer synthesizermuziek.

De EP heeft een bijzondere albumhoes. Een gemiddelde zaktelefoon van tien jaar geleden maakt nog een scherpere foto. Wat stelt de hoes voor?
Haha, ik heb nog een oude beeldbuis en dit is een foto die ik heb genomen van mijn beeldbuis. Daardoor zie je nog de korreligheid en dat zorgt voor een soort filter, die ook over mijn muziek heen zit. Het is een still uit de film Flashpoint uit 1984.

Is het een droom om ooit de soundtrack voor een film te maken?
Ik zag laatst een bericht dat Junkie XL de muziek gaat maken voor de nieuwe Mad Max en dan ben ik wel echt een beetje jaloers. Waarschijnlijk maakt hij er ook weer een pompeus, zwaar aangezet ding van. Dan denk ik: dat kan ik veel beter. Een spaarzame, minimalistische soundtrack zou veel beter werken. Daarom zou ik graag voor een film van Duncan Jones de soundtrack willen maken. Zijn films zijn ook heel verhalend en een beetje unheimisch.

Er komen nog meer films aan bod in jouw nieuwe video die we nu releasen. Wat gaan we zien?
Het is een compilatie van een aantal films uit de jaren 70 en 80 die door elkaar gesneden zijn en zo een nieuwe verhaal vormen. Er zit heel veel geweld in en het is best een lief liedje dus dat contrast is leuk. Zo wordt geweld mooi.

Remmelt Heltzel

original article

festivalinfo review: heat

hunter complex - heat front3 / 5

Lars Meijer, het brein achter Hunter Complex, begon eind jaren ’90 met het maken van muziek, zowel solo als in een band en in verschillende duo’s. Zo ontwikkelde Meijer zich als naam in de industrie van elektronische muziek. Tevens lanceerde de Haarlemmer in 2000 het label Narrominded, waarop hij als Hunter Complex in 2010 zijn naamloze debuutalbum uitbracht. Nu, drie jaar later, is er de opvolger Heat, uitgebracht op vinyl en ook digitaal te beluisteren.

Hunter Complex maakt experimenteel elektronische muziek, een cross-over tussen synthpop en new wave, wat uiteindelijk uitmondt in bijzondere synthscapes. De invloeden uit het verleden, veelal muziek uit de jaren ’80, is duidelijk te horen. De boventoon wordt gevoerd door electropop pioniers Kraftwerk, maar de muziek van Hunter Complex doet ook vaak denken aan Tubular Bells van Mike Oldfield. Met digitale synthesizers van o.a. Roland en Yamaha maakt Meijer muziek die gemakkelijk als soundtrack van een film zou kunnen dienen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het artwork bestaat uit beelden van films als Capricorn One, Flashpoint en Midnight Crossing.

Op Heat wordt je meegenomen op een reis, bijvoorbeeld naar Atlantis, maar beland je natuurlijk ook in de ruimte op Space. Hoewel deze track net zo space-achtig mag klinken als de rest van het album, kan toch uit de onverstaanbare vocals nog het woord ‘stars’ opgemaakt worden. Meijer gebruikt op veel van zijn tracks donkere vocals, die vaak onverstaanbaar zijn en meer bijdragen aan het gevoel bij de track dan dat ze een boodschap overbrengen. Daylight is een track die vooral steunt op dreunende beats, waar Highway Hypnosis weer erg poppy klinkt. China Rain is complex ritmisch, maar de daaropvolgende track Room is weer vrij toegankelijk en in het begin zelfs goed dansbaar. Kortom, dit is geen plaat die op elke track hetzelfde klinkt.

Vergeleken met zijn voorganger is Heat een album dat een stuk afstandelijker klinkt. Het is een bijzondere plaat die bij liefhebbers van deze vorm van elektronica, zeker zij die de jaren ’80 muzikaal optimaal beleefd hebben, goed in de smaak zal vallen.

Mark den Dulk

original article

chain d.l.k. review: heat

hunter complex - heat front4 / 5

Narrominded publishes the new LP from Holland’s Hunter Complex presented as ‘a strange mix of Moroder’s film scores and ’81-’82 era’ so the songs collected in this release are based on the classic synth pop structure. So, musically speaking, they are pop songs with synth instead of guitars and reveals as sound exploration has given to pop an entirely new musical palette. Heat opens this release with a ’80’s sound clearly recognizable but with the ’90 experimental attitude while Serious Glass deals with classic synth pop musical structure without seem a bad copy of it. Atlantic seems something taken from some strange oat featuring a sort of exotic mood vaguely resembling of some japan tunes. Space is clearly influenced by the ’70 disco sound made by Giorgio Moroder. Daylight features dreamy synth. Highway Hypnosis opens the B-side of this album, released on vinyl, and is a track with one of the best hook heard this year. China Rain is a slow ballad and Room almost a dance track. Stations and Hours close this as classic pop tunes that use synth to obtain a layer of modernity to the classic pop musical development.
This album is really well written and glamorous, it features declaredly nothing ground-breaking, and is a sort of modern postcard from a distant era (the ’80s) that seems better than ever. Nice without nostalgia.

Andrea Piran

original article

kindamuzik review: heat

hunter complex - heat frontHonderd stuks worden op doorzichtig vinyl geperst op de wereld los gelaten. Honderd stuks komen in het zwart voor de dag. Deze twee varianten van Heat vormen de tweede langspeler van Hunter Complex, de naam waaronder Lars Meijer aan de slag gaat met een fikse batterij synthesizers en aanverwante elektronica. De plaat laat een geluid horen dat honderd procent schatplichtig is aan de (klater)gouden synthesizerjaren van maestro’s als Vangelis, Jean-Michel Jarre, Giorgo Moroder en Jan Hammer. Toen was de lp nog het voorkeursformaat voor wie muziek wilde kopen. Je vrienden op de hoogte stellen van wat je leuk vond, deed je door bandjes op te nemen. Ook handig trouwens voor in je walkman.

Heat is een opvallend staalkoude bedoening met her en der vocalen die op verre afstand blijven. De plaat is aanlokkelijk melodieus; de steriele klankwereld is tegelijkertijd nauwelijks knus of menselijk uitnodigend. Kitsch ligt als een hoogpolig vachtje op de grond voor een fout bankstel en Chriet Titulaer babbelt nog olijk over zijn wondere wereld. Hunter Complex ademt, leeft en viert het futurisme dat in de jaren tachtig doorklonk in de synthesizermuziek gewoonweg lekker nog eens dubbel en dwars. Space age airbrushschilderij op de hoes en klaar. Niks meer aan doen. Doet Heat dan ook niet.

Voor wie er destijds al bij was, is Heat vooral een anachronistische (al dan niet tenenkrommende) trip down memory lane. Jongeren horen nu ook eens de geluiden van toen, maar de verzamelde oeuvres van de vaak wél pionierende inspiratiebronnen van Hunter Complex passen nu op één mp3-speler en zijn alom te vinden op streaming services. Aan de andere kant: wie is er niet door een act van het moment eens op zoek gegaan naar de mosterd? Op zich niets mis mee.

Twee plaatkanten lang is de hamvraag voor alles of dit nu het hoogte- of dieptepunt is van retromania. Of is Heat niets meer, maar zeker niets minder, dan de onderstreping van de steeds net voorbij het grijpen liggende belofte van het futurisme: Faster, harder, Hunter Complex; een perpetuum paradox van het wedstrijdje tussen Achilles en de schildpad?

Sven Schlijper

original article