Tag Archives: kwadratuur

kwadratuur review: space

hunter complex - spaceVoor Lars Meijer ofte Hunter Complex mocht het gerust nog 1985 zijn, een periode waarin roemrijk wordt gescoord met gelaagde synthesizermuziek met speelse melodietjes en artiesten als JM Jarre, Jan Hammer en Giorgio Moroder als progressieve muzikale helden beschouwd worden. Opvallend hoe na een periode van publieke afkeer van toetsenvirtuositeit nu weer meer ruimte komt voor fascinatie in alles wat retro is. Op zijn debuutplaat vier jaar geleden gaf Hunter Complex, tevens drijvende kracht achter het label Narrominded, reeds aan geboeid te zijn door de eighties en zijn ‘foute deuntjes’. Heat trekt die lijn helemaal door en graaft in filmsoundtracks en tunes uit tv-series uit die tijd.

Over de audio
Toch is dit geen kitschplaatje. Discoritmen en synthesizerlaagjes zijn schering en inslag, een dromerig en loom karakter alomtegenwoordig. Maar Meijer zorgt ook voor een wat obscure new wave-onderbouw, een scheutje funk of de nodige psychedelica in dit erg filmische geheel. Door zijn vervormde stem diep in de mix te steken, krijgt het vaak blitse ‘Heat’ iets onrustigs en mysterieus over zich, een hedendaags tintje in een bed vol nostalgie.

Space heeft natuurlijk zijn titel niet gestolen. De track toont waar het allemaal om draait: onvervalste synthpopmuziek met het nodige lollypopgehalte. Holle, wegvliegende spacetoetsen ontdubbelen tot een thema in twee ritmesnelheden, een soort van nerveus patroon waarachter de wat sombere, neurotische murmelzang van Lars Meijer zich verschuilt. Maar na een kleine minuut breekt het nummer pas helemaal open met een heerlijk nostalgisch stukje opklimmende keyboardmuziek. Somber wordt heroïsch. Toch blijft de stem volharden in zijn mysterieuze kilte, waardoor emoties zich vermengen. In combinatie met droge discoclapritmen, heeft ‘Space’ genoeg foute elementen in zich om de tenen te doen krullen. De subtiele manier waarop die in elkaar gezet worden tot een song met de buitenaardse allures van Star Trek of Battlestar Galactica, is meer dan bewonderenswaardig.

Johan Giglot

original article

kwadratuur review: heat

hunter complex - heat front3,5 / 5

De Nederlander Lars Meyer getuigde via zijn alter ego Hunter Complex al eerder van een voorliefde voor synthesizermuziek uit de jaren ’80. Het is echter alweer drie jaar geleden dat deze interesse ook muzikale vruchten mocht afwerpen, allicht het gevolg van de grote drukte als labelbaas van het befaamde Narrominded. De tweede langspeler staat echter helemaal in teken van die blitse tachtiger jaren.

Hunter Complex neemt zijn luisteraars mee doorheen een dromerige retrotrip. Moroder synthesizers, elektronische discobeats en diep bedwelmende vocalen zijn daarbij onontbeerlijk. Dit album ruikt helemaal naar vintage en vinyl (het komt ook niet op cd uit), naar live toetsenvirtuositeit en een afkeer van complexe laptopdetails. Dit is pure eighties, de tijd van Miami Vice, te grote zonnebrillen en Casioklavieren; een tijd dat synthesizermuziek nog kunst en geen vloek was en octaafverhogingen in spacetonen met handclaps doorvlochten werden. Zweverige spacetunes, funky gitaarriffs en fonkelende toetsen zijn universeel, de ene keer wat meer duister richting new wave knipogend, de andere keer meer filmisch en sfeervol.

Toch is er zeker ook de nodige frisheid in deze muziek. De subtiele basgrooves in Atlantic, de knisperende ritmen of mooi ontluikende beats die de vele keyboardpartijen ondersteunen, zorgen voor een wakkere punch. Zo laat Meyer met een mooi melancholische onderbouw oud en nieuw netjes samenkomen. In een wat duister China Rain spelen bijvoorbeeld diepe, onheilspellende vocals mee terwijl een krachtige synthesizerloop en schuifelende ruis voor enige mystiek zorgen. Die veelal aanwezige, duistere Darth Vader-stem zit telkens ver weggemoffeld in de analoge synthesizerlagen, zodat er van enige verstaanbaarheid of tekstuele duidelijkheid geen sprake is.

Daar houdt het zeker niet op. Room speelt met wat abstracte structuren waarin de vierkwartsmaat niet altijd gerespecteerd wordt en opvolger Stations injecteert kerkorgelspel en veel heroïsche tonen in een bossa novabeat. Kitsch en pop zijn op Heat dus alomtegenwoordig, maar worden stevig in de diepte uitgewerkt.

Dit album klinkt blits en fonkelend, maar nooit op een moderne, gedetailleerde manier. Een vrij doffe en bewust oppervlakkige productie waarbij alle lagen en accenten op een gelijk niveau staan, past helemaal bij het jaren ’80-sfeertje. Toch slaagt Hunter Complex erin daar zijn geheel eigen muzikaal verhaal uit te brouwen, eentje vol melodie en herkenbaarheid, maar toch fris genoeg om met beide voeten in de moderne tijd te staan.

Johan Giglot

original article

kwadratuur review: here is the night ep

hunter complex - here is the night ep outside frontHunter Complex is één van de vele alter ego’s van Lars Meijer, medestichter van het befaamde Narrominded-label dat inmiddels reeds tien jaar kwalitatieve elektronica voorop plaatst. Na muzikale oefeningen als lo-fi popsongwriter (Larz), met hiphoptronica (Living Ornaments) of in het IDM-wereldje (Psychon) haalt de hyperactieve doe-het-zelver nu zijn voorliefde voor synthpop en new wave uit de jaren ’80 uit de kast. Als voorbode op een volwaardig album (dat inmiddels ook reeds het licht mocht zien), gooit Hunter Complex alvast deze gratis downloadbare ep op de markt, waarbij nummer Here Is the Night ook door bevriende labelgenoten onder handen wordt genomen.

Disco deuntjes, foute synths en Italian houseritmen: Meijer maakt er een sport van om met veel kitsch iets hips te maken. Denk aan Moroder die met Sister Sledge huwt en voor hun avondfeest OMD hebben gevraagd om de openingsdans te voorzien, maar dan anno 2010. Here Is the Night, de single die uit het titelloze debuut van Hunter Complex werd geplukt, balanceert in elk geval tussen hip en nep.

Garçon Taupe heeft de boel omgetoverd in een ritmisch potten- en pannenspel dat met enkele hoge fluittonen even richting etnische muziek neigt, maar later leentjebuur gaat spelen bij de oude Aphex Twin. Schuifelende elektroclashritmen en onderliggende, industriële baspulsen: de Cosmic Manifestation Mix zou als abstract maar smaakvol kunnen bestempeld worden.

Spoelstra doet in Another Version wat met overstuurde discotunes, metaalklanken en rock’n’roll-drumwerk: een nogal zware en moeilijke combinatie. Dan doet Coen Oscar Polacks Morning versie het een stuk kalmer aan met langzaam omrollende, ambienteske klanktapijten waarin een onaards diepe spoken-wordstem zich met natuur-, ruis en bruisgeluiden vermengt. Dit stukje erg uitgepuurd sfeerwerk biedt een kleine vijf minuten uiterst boeiende luisterelektronica.

Hunter Complex scoort uiteindelijk nog even voor open doel met een instrumentale versie van Fashion Street als extraatje. Live piano, gitaar en sexy sax gaan weer net niet in de fout door een soort van lounge souljazzgeheel te vermengen met complexe ritmeshuffles.

Dit elpeetje pakt uit met een goed half uur elektronische smaakmakerij die een gezonde glimlach met een hoog compositieniveau vermengt. Een prima gevoel voor melodie en diepgang in combinatie met een grote diversiteit maakt dat deze cd niet echt overkomt als een remixplaat, maar veeleer als een staalkaart van de Narrominded-artiestenstal.

Johan Giglot

original article

kwadratuur review: hunter complex

hunter complex - hunter complex outside frontWie een karakterschets wil maken van platen van het Nederlandse undergroundlabel Narrominded, komt automatisch uit bij termen als elektronische fijnproeverij, hiphopritmen en jaren ’90 IDM. Dat deze elementen garant kunnen staan voor zeer straf, progressief materiaal hoeft geen vertoog. Hunter Complex, één van de projecten van labelstichter Lars Meijer, knalt daar nog een gezonde hap wave en elektro bij. Dit titelloze debuut, dat luchtige laptopstructuren van een meer ernstige ondertoon voorziet, grijpt terug naar nog een ouder technologietijdperk, namelijk naar de mechanische muziek van de zwartgallige 80’s. De fijngevoeligheid blijft echter behouden.

Zoals zijn naam doet vermoeden, kiest Hunter Complex niet altijd voor de meest eenvoudige oplossingen. Dit album bevat immers veel knipogen naar elektropopbands als Depeche Mode of OMD, maar verschuilt zijn melodieuze, vocale synthesizermuziek achter een onrustig geheel van droge, mechanische ritmen. Zo ontstaan elektrotracks die voortdurend uit balans lijken te liggen. Nu eens vagen voorop liggende, ratelende ritmen de fijngevoelige techniek weg, dan weer duiken luidruchtige space-synthesizers op die met een wall of sound alles overstemmen. Toch wordt het feitelijke popkarakter van de plaat nooit helemaal verdreven, hoewel Hunter Complex er wel moeite voor lijkt te doen. Komt het door die onvervormde, vrij oppervlakkige en teruggetrokken (onverstaanbare) zang die deze muziek wat bevreemd of houdt Meijer er gewoon niet van om helemaal in het rijtje te lopen? In elk geval maakt deze werkwijze het wel mogelijk Fashion Street te voorzien van een extra psychedelische, zwevende klankdeken en diepe dubbassen en krijgt het daaropvolgende, kale elektronicanummer Moonset een enorme duw in de rug met een geluidsmuur van gestoorde samples en harde slagritmen. Het duurt dan ook een tijdje vooraleer dit album echt helemaal doorsijpelt. Wie echter beseft dat dit veel meer is dan een ongebalanceerd geheel en zich laat onderdompelen in deze intrigerende muziek, realiseert zich meteen dat dit de manier is waarop de jaren ’80 in 2010 dienen te klinken!

Hoewel Lars Meijer er zelf mee afkomt, is een term als ‘popliedjes’ hier toch niet helemaal op zijn plaats. Wat eenvoudig lijkt, gaat om een ingenieuze elektronicapuzzel. Zeker weten dat er ettelijke uurtjes laptop- en slaapkamergeneuzel zijn geslopen in deze licht gestoorde synthwave-songs!

3,5 / 5

Johan Giglot

original article